Het woordje ‘MAAR’ wordt soms wel heel makkelijk gebruikt. Tot op het irritante af.
Voor velen is het een ideale manier om gemakkelijk af te komen van een vraag.
Met een slap excuus. Maar zonder de ander te veel voor het hoofd te stoten.
Begrijpelijk.
We hebben het druk, we moeten elke dag weer ontelbaar veel keuzes maken. En komen dan nog vaak tijd en energie te kort. En dus schepen we elkaar af met min of meer onschuldige smoesjes. Om maar niet te hoeven doen wat de ander van ons wil.
Wil jij ruimte vinden in de MAREN van anderen? Ze handiger pareren? En misschien zelfs ontkrachten? En de ander effectief overtuigen?
Dat vergt enige lenigheid in het toepassen van wat ik de MAAR-draai noem.
Eerst even een voorbeeldje:
“Ga je mee naar de film vanavond?”
“Ik heb er wel zin in,.…MAAR….. ik moet nog een presentatie voorbereiden”
De MAAR-doctrine volgt een vaste zinsconstructie, bestaande uit twee delen:
- De zinsnede vóór de MAAR (“ik heb er wel zin in“)
- De zinsnede nà de MAAR (“ik moet nog een presentatie voorbereiden“).
De kracht van de constructie zit ‘m erin dat het tweede gedeelte (het excuus) nu ineens alle aandacht krijgt. Alleen al door de volgorde waarin de zaken aan bod komen. En daardoor zogezegd op de voorgrond staat.
We denken dus nu meer aan de presentatie die moet worden voorbereid. Omdat dit het laatst genoemd is, met waarschijnlijk meer intonatie, meer nadruk.
En we zijn daardoor al bijna vergeten dat de ander ook zei dat ie “wel zin” had om mee te gaan naar de film (wat nu naar de achtergrond is verdwenen).
En zo werkt het net zo goed voor degene die de MAAR uitspreekt. Ook voor hem of haar is “ik heb wel zin” naar de achtergrond verdwenen. En heeft de “presentatie” alle aandacht.
Juist hierdoor is de MAAR zo razend effectief. We gaan er allemaal in mee. En zo is het een volstrekt sociaal acceptabele afwimpelmanoeuvre geworden.
MAAR wat nu als je dit eens zou willen doorbreken?
Wat als je de ander wel degelijk mee wil krijgen in jouw verzoek? Of de ander op zijn minst op een ander denkspoor wil zetten? Dat je het in ieder geval nog eens wil proberen. En misschien wel zijn eigen bezwaar in een ander licht wil zetten?
Experimenteer dan eens met de MAAR-draai!
Het recept is eenvoudig.
Wissel om wat de ander voor en na de MAAR zei. En merk het verschil in het denken van de ander.
In het voorbeeld van “wel zin in de film” MAAR “moet nog een presentatie voorbereiden” zou je kunnen reageren door die wissel toe te passen, met de volgende zin:
“dus je moet nog een presentatie voorbereiden, ….MAAR….. je hebt er wel zin in?”
Je brengt dus nu het gedeelte vóór de MAAR nadrukkelijker onder de aandacht door het na de MAAR te plaatsen in jouw eigen zin.
Dat voelt ineens anders, toch?
Je gebruikt het voorgrond-achtergrond principe nu zelf om de aandacht te verleggen. Te herkaderen. En dat kan de beleving bij de ander wel eens volledig veranderen.
Handig, als je wil beïnvloeden, bijvoorbeeld in het overleggen, vergaderen en onderhandelen.
Probeer het vandaag maar eens!
Experimenteer met de MAAR-draai, en het zal je gaan verbazen welke effecten je hiermee kunt hebben. Hoe je anderen onbewust kunt beïnvloeden.
Overigens op een manier die ze doorgaans niet eens heel vervelend vinden. Ze zeiden het toch zelf? Je gebruikt hun eigen woorden!
En niets is meer overtuigend dan onze zelfgetrokken conclusies.