We lijken in organisaties soms wel verslaafd aan onderling gedoe. Steeds vaker lopen we vast in onze verschillen, zonder vlot een productief midden te kunnen vinden, en samen slimme progressie te vinden.
Onenigheid duurt dikwijls onnodig lang, kost duizelingwekkend veel energie en leidt nog te vaak tot net-niet-oplossingen die eigenlijk niemand meer begeesteren. Motivatie kwijnt weg, aandacht fragmenteert, en momentum dreigt te verdwijnen door ons stelling nemen zonder toenaderen.
We willen zo graag ons eigen idee pluggen. Onze eigen visie bevestigd zien, ons standpunt overgenomen. Dat we vergeten dat we maar een deel van de werkelijkheid zien, bovendien bekeken door de bril van filters en overtuigingen vanuit onze achtergrond en onze positie in de organisatie. En daarmee de beschikbare tijd wél vullen (en meer), maar deze toch niet werkelijk benutten.
En intussen wacht de klant, de burger, de student, de patiënt.
Meningencompetitie
In een tijd van profileren, manifesteren, je eigen geluid laten horen en durven staan waar je voor gaat, ligt steeds meer focus op het krachtig zenden van onze boodschap.
We raken getraind in vernuftig framen en opleggen van onze zienswijze, en in het argeloos wegzetten en devalueren van ieder ander perspectief. En leggen in teams stelselmatig onze eigen stukjes neer, zonder samen de puzzel te leggen. Bejubelen onze eigen bedenksels als bouwstenen, zonder samen de toren te bouwen.
In de meningencompetitie zie je gemakkelijk een dominante voorgrond ontstaan, terwijl de achtergrond zwijgt. En zich tegelijkertijd ook niet meer laat overtuigen. Lokale en tijdelijke waarheden overstemmen de intrinsiek meerzijdige, zich altijd ontwikkelende werkelijkheid.
Menselijke onderbenutting is het gevolg. Teamleden die gevoelsmatig afhaken, breinen die hooguit half aan staan, professionals die hun ideeën inslikken; overstemd door herrie, heisa en herhaling van vaak al bekende dogma’s.
Zendzucht en zwijgdrang
Alle teamleden hebben hierin hun deel, ieder is net zo verantwoordelijk; van die paar met zendzucht tot diegenen met zwijgdrang, en ieder ertussenin. Dit ervaren we vaak niet zo, het lijkt eerder aan de ander te liggen dan onszelf.
We onderschatten structureel onze rol in deze dynamische denkbeeldendans, zien spaarzaam onze bijdrage: wat volstrekt natuurlijk is, het oog kijkt van zich af.
Wat maakt die herhalingsdwang? Vanwaar deze terugkerende dynamiek? Waarom laten we gedoe en geneuzel onze interacties zo bepalen?
Of wellicht de betere vraag: hoe creëren we onderlinge interacties met meer rendement?
Vind andere vormen
Een deelantwoord hebben we reeds, al doen we dus lang niet altijd wat we weten. Bekend is hoe bewustere spreektijdverdeling dergelijke dynamieken doorbreekt.
Vind dus werkvormen die afdwingen dat ieders stem klinkt. Houd op met alles in de grote groep te bespreken. Benut veel meer de individuele reflectie, voordat je in wisselende subgroepjes alle beelden deelt.
Om vervolgens plenair de groepsproducten tegen elkaar aan te houden. En daarna samen tot keuzen te komen, al dan niet in een nieuw proces van eerst in kleiner verband uiteengaan.
Wissel bovendien af. Durf het experiment aan te gaan; iedere meeting een net iets andere werkvorm. Het internet staat er vol mee. En werk met portefeuilles. Zo essentieel is het lang niet op ieder gebied om allen ons plasje erover te doen.
Koesteren
Een tweede deelantwoord start met een ander perspectief. Een pas op de plaats. Want tot dusver deed ik in dit artikel zelf ook wat ik juist als belemmerende dynamiek beschreef: het poneren van een zienswijze, zonder werkelijk open te staan voor, of de brug te slaan naar het denken van de ander.
En juist dat mag ook echt anders.
Want die zo aanwezige én die zich zo terugtrekkende paar anderen – en alle andere teamleden ertussenin – strijden allen, hardop of in gedachten, voor iets dat voor hen wezenlijk en belangrijk is.
We kijken door de lens van onze kernwaarden. En worden in ons denken zo gedetermineerd door onze leidende principes en door ons geloof in hoe het is en zou moeten zijn, dat anders denken lastig is. Zonder dat we ons hiervan altijd bewust zijn; meestal niet zelfs, vermoed ik.
In de meeste interacties blijft wat we zo koesteren grotendeels onbesproken en ongehoord. We sparren met standpunten, steken de energie in het verstevigen van het eigen feitenfort, en luisteren niet meer.
En zo herhalen we onze mantra’s, stappen we met elkaar in onze bekende patronen, en vertragen we onze toekomst.
Wat als we in onze teams werkelijk de tijd zouden nemen om elkaar te snappen? Wat als we ons zouden verdiepen in elkaars wereld?
Wat als we interpretaties, overwegingen en gevolgtrekkingen zorgvuldig zouden uitpluizen? En ook laten merken dat we echt hebben gehoord wat de ander koestert, belangrijk vindt, geredeneerd vanuit diens eigen normen en waarden, met begrip en empathie voor de emotionele beleving die meeliftte in het verhaal?
Kortste weg
Het lijkt zoveel trager. En we hebben al zo weinig tijd! Maar de kortste weg tussen twee punten is in menselijke interacties zelden de rechte lijn. De snelste reis met elkaar gaat via de bocht van inleving en de rotonde van het werkelijk horen van ieders geluid.
Ik zie het bijna dagelijks hoe significant versnellen mogelijk wordt, door deze ogenschijnlijk kleine veranderingen in ons vergaderen en ons onderling verhouden tot elkaar.
Met het ingewikkelder en veelzijdiger worden van onze vraagstukken, en het toenemen van het aantal interacties en onderlinge afhankelijkheden, zoals in vele samenwerkingsafhankelijke organisaties aan het gebeuren is, hebben we nieuwe ‘sociale technologie’ nodig.
Die overigens gewoon te vinden is in wat mensen al duizenden jaren succesvol doen. Maar die wellicht nog aan een update toe zijn.
We hebben weer wat te leren met elkaar! Want de problemen om samen te kraken zijn groot genoeg. Ken jezelf, snap de ander, en bouw de brug.
Ik wens jullie mooie interacties.